ROMAN OVER DE ONVERBREKELIJKE FAMILIEBAND TUSSEN TWEE VROUWEN 1940 – Oorlog. De zussen Berna en Jantine de Winter leiden met hun gezinnen heel verschillende levens. Berna left het lied der seizoenen, terwijl ze samen met haar man Antheun boerderij De karmelhof leidt. Zus Jantine is getrouwd met een succesvolle advocaat en woont in de stad. Berna’s dochter Fanny keert met de kleine Deborah plotseling uit Duitsland terug naar huis. In het huis in de stad bemerkt Jantine dat haar man niet zo’n betrouwbare jurist is als hij zich voordoet, terwijl haar zoon in het verzet zijn leven op het spel zet. In de jaren na de oorlog nog voelbaar. De gebeurtenissen staan nog op hun netvlies als Jantine met haar kinderen een weg moet vinden in de nawee van het verraad. Op de Karmelhof, bij Berna en haar gezin, heeft de kleine Judith als enige van haar familie de oorlog overleefd. Ze voelt zich thuis op de hoeve. Haar lotgenote Deborah heeft intussen op de boerderij van de Gerlachs
