De Stille Omgang is een goed bewaard Amsterdams geheim. Elk jaar trekt medio maart een nachtelijke stoet van duizenden mannen en vrouwen zwijgend door de oude binnenstad. Dit ritueel gaat terug op het Mirakel van Amsterdam, een hostiewonder uit 1345. Op de plaats waar dit gebeurde, een huis in de Kalverstraat, bouwde men een fraaie kapel, de Heilige Stede. Pelgrims stroomden toe en bedevaart bracht welvaart. Na de komst van de Reformatie raakten de stedelingen onderling verdeeld over de cultus, en die verdeeldheid, met name tussen katholieken en protestanten, zou eeuwen blijven duren. Deze 'biografie' gaat over de interactie tussen heiligdom, pelgrims, stad, natie, en de twisten die daarmee gepaard gingen. Zo groeide de Stille Omgang in de negentiende en twintigste eeuw uit tot hét ritueel waarmee Nederlandse katholieken hun identiteit en herwonnen maatschappelijke positie markeerden. Daarnaast inspireerde de formule van de omgang ook andere groeperingen, zoals de deelnemers aan