Je moet enige moed hebben om poëzie te schrijven zoals Benno Barnard dat doet. In ogenschijnlijk regelmatige vormen, met eruditie en een liefde voor het klassieke, lijkt het erop dat Barnard niet bang is om zich buiten zijn tijd te plaatsen. En dat is ook zo: de ware poëtische taal is geen taal van nu, maar taal van gister en morgen. Maar wie denkt dat de dichter zich in Het trouwservies aan de werkelijkheid probeert te onttrekken, vergist zich deerlijk. Dat kan ook helemaal niet, blijkt uit deze verzen die bijna uit hun voegen barsten van het leven. Want als je goed leest, zie je de barstjes in het servies: hoe prachtig deze gedichten ook zijn, de werkelijkheid wringt zich een weg naar buiten, die maken dat deze gedichten meer dan alleen mooi zijn: Barnard graaft diep.