In het begin schiep Ouranos het universum. Hij had een incestueuze verhouding met zijn moeder Gea, de Aarde en doodde de kinderen die hieruit werden geboren. Alleen Kronos, de Tijd, die zijn vader ontmande, wist aan dit wrede lot te ontkomen. Kronos neemt zijn zus Rhea tot vrouw, maar verslindt de kinderen die zij baart. Rhea weet een van haar zonen, Zeus, te redden van zijn meedogenloze en onverbiddelijke vader door hem te verstoppen in een grot in de berg Ida. Kronos gaat op zoek naar het kind, maar om hem op een dwaalspoor te brengen roept Rhea de hulp in van de Korubanten, die met veel kabaal van cimbalen en koorgezang het gehuil van Zeus weten te overstemmen. Zo begint de dageraad van de Goden. Deze oude mythe, die opduikt uit de nevels van het begin van de mensheid, getuigt al van de angstige queeste van de mens naar de zin van leven en dood. De almachtige Ouranos moet voor eeuwig gelijk, uniek en onveranderbaar blijven. Zijn zoon Kronos is degene die de klok van het universum in