Het zijn en het niet is een hoogtepunt in de twintigste-eeuwse filosofie. Direct na verschijnen in 1943 werd het hoofdwerk van Jean-Paul Sartre met geestdrift begroet door een kleine kring van vooruitstrevende nieuwlichters. In de jaren vijftig groeide het uit tot een van de pijlers onder de existentialistische filosofie, die toen een ongekende bloei beleefde. Voor velen was het boek de aankondiging van een compleet nieuwe moraal. In de materiële en morele leegte na de Tweede Wereldoorlog kwam Sartres filosofie als geroepen. De vrijheid is het hoogste goed, schreef hij, en daaruit leidde hij zijn hele 'existentiële' moraal af De mens is tot in de uiterste consequenties verantwoordelijk voor alles wat hij doet (en nalaat), maar tegelijkertijd kan hij zijn keuzes nergens op funderen. Sartre werkt zijn. filosofie uit met prachtige voorbeelden die voor iedereen herkenbaar zijn: de eerste ontmoeting tussen een man en een vrouw in een openbare gelegenheid, de invloed van de eigen blik en