Later, jaren later, noemden de mensen het: 't zwarte toernooi. Dan rilden de mensen als ze erover praatten. Dan fluisterden de mensen. Maar op de dag voor het toernooi was iedereen vrolijk. De ridders kwamen in een grote optocht voorbij. Roderik, Aleida, Stevan en Jehan stonden langs de kant te juichen. Niemand dacht aan gevaar.