De Chileense dichter Vicente Huidobro (1893-1948) behoort samen met Pablo Neruda, César Vallejo en Octavio Paz tot de grondleggers van de moderne Latijns-Amerikaanse poëzie. Huidobro's hoofdwerk, "Altazor" (1931) is nu voor het eerst volledig vertaald, en verschijnt in een tweetalige Spaans-Nederlandse editie. Het beschrijft een duizelingwekkende reis die tegelijk een val door de geschiedenis en de taal is. Huidobro zocht reeds op jonge leeftijd aansluiting bij de internationale avant-garde in Parijs. Onder het motto 'De dichter is een kleine God' schiep hij in de loop van de daaropvolgende jaren zijn eigen autonome werelden in experimentele bundels, romans en toneelstukken. Deze taalvernieuwing vond haar voltooiing in "Altazor", bestaande uit een Voorwoord in proza en zeven Canto's in vrije verzen. Daarin overziet het gelijknamige hoofdpersonage Altazor (Hogevalk), hangend aan een parachute, de razendsnel veranderende wereld onder zich: de industrialisatie, de Eerste Wereldoorlog