Als kind ontdekte Eerde Beulakker dat dagdromen het gewone bestaan ruimschoots in schoonheid overtreft. Op een dag stapte Hedwig van den Brink aan boord, vol reiservaring, onrusten en op zoek naar het ongewone. De plannen voor een verre tocht waren snel gesmeed. De auteur en zijn vrouw zeilden gedurende een ijzige winter kriskras door de Falklandarchipel. Ze troffen er een half miljoen schapen en tachtig gezinnen, die alles haatten wat Argentijns was. Onder in de zuidpunt van Zuid-Amerika voer het Nederlandse zeiljacht langs de gletsjerkusten van het fameuze Beagle Canal en zette de bemanning zowel voet aan wal te Ushuaia, de zuidelijkste stad van de wereld, als op Isla Hornos met het klif Kaap Hoorn. Op 21 december 1991, de eerste zomerdag van het zuidelijk halfrond, zeilde het Hollandse koppel, nu in gezelschap van een Engelse zeiler-arts, Antarctica binnen. Het leek op het openen van het deksel van een vrieskist. Wetenschappers, pinguïns en toeristen volgden elkaar in de