Als kind ontdekte Eerde Beulakker dat dagdromen het gewone bestaan ruimschoots in schoonheid overtreft. Zijn latere passie voor reizen met een zeilboot is een poging fantasie tastbaar te maken. Halverwege de jaren tachtig bouwde hij zijn definitieve zeiljacht bedoeld als woning, bibliotheek en vaartuig. Het scheepshart werd een overmaatse kachel, dit omdat het dromen zelden over iets anders ging dan verre koude kusten, waar de zon dicht bij de horizon blijft. Op een dag stapte Hedwig van den Brink aan boord, vol reiservaring, onrust en op zoek naar het ongewone. De plannen voor een verre tocht waren snel gesmeed. Eerde en Hedwig organiseerden twee jaar onbetaald verlof en vertrokken-met onder de vloer proviand voor zevenhonderd dagen, op de schappen boeken voor de rest van het leven. Het was in de zomer van 1990.