Het is 1962 en Sabine is een meisje van zeventien jaar. En ze is zwanger. Dat wordt niet geaccepteerd door haar stiefvader en Sabine moet ergens naartoe waar ze haar zwangerschap kan uitdragen. Die plek vindt Sabine op Walcheren, waar een oudtante van haar woont. Zij is wetenschapster en schrijft een boek, maar heeft een bijna onleesbaar handschrift. Een typiste kan ze dus wel gebruiken en zo komt Sabine aan een verblijfplaats én een baantje. Op de markt in Middelburg ontmoet ze een vriend van haar stiefvader, die haar wel wil trouwen om de familie de schande te besparen van een buitenechtelijk kind, maar daar past Sabine voor: ze kan het wel alleen. Toch overrompelt haar de liefde, en uiteindelijk geeft ze toe aan de stem van haar hart.