Een schrijfster vertrekt naar het eiland Bali voor een verblijf van vijf maanden om een boek te schrijven, in een huisje aan het strand. Tijdens het verschuiven van de meubelen in haar appartement ontdekt ze in een la een bundel schriftjes, keurig met een touw samen gebonden. Eerst durft ze het uit privacy reden nog niet open te maken, maar dan wint haar nieuwsgierigheid het van haar aarzeling.Het bundeltje bevat een handgeschreven manuscript in dagboekvorm, zonder naam, met alleen de titel 'Hymbach' op de voorkant van het kaft. Om de teksten niet verloren te laten gaan, neemt ze het besluit om de teksten uit de schriftjes over te brengen op haar laptop. Tijdens het invoeren van het manuscript, raakt ze steeds meer en meer betrokken in het verhaal van de vrouw in de schriftjes. Tot... op een dag de vrouw aan haar verschijnt! Eerst denk ze nog dat ze het heeft gedroomd, maar op de duur beginnen deze contacten een steeds grotere betekenis voor haar te krijgen. De dialogen met de vrouw,