Het Sociaal Congres van 1891 is het begin van de christelijk-sociale beweging in Nederland. Vakbonden werden opgericht, werkgevers en boeren organiseerden zich. Nu, ruim honderd jaar later, zijn de meeste van die organisaties van het publieke forum verdwenen. In deze studie wordt op de achtergronden van die ontwikkeling ingegaan. Hebben maatschappelijke organisaties op basis van een christelijke identiteit nog zin? Het elan dat in 1891 tot handelen aanzette, wordt direct geconfronteerd met de plaatsbepaling die de christelijk-sociale organisaties nu van zichzelf geven. In een door commercie en 'ontzuiling' veranderde cultuur waarin de markt en de overheid de enige spelers lijken, blijkt identiteit nog steeds gevraagd te worden. Een christelijk-sociale beweging heeft een naam op te houden.