In deze memoires vertelt de onlangs overleden gereformeerde predikant dr. W.G. de Vries van zijn jeugd in Groningen. Op bezoek bij zijn grootouders op het Groninger land leefde hij in de sfeer van de negentiende eeuw, maar thuis in de stad Groningen dronk hij het moderne stadsleven in. In zijn gymnasiumtijd leefde hij onbezorgd en genoot van zijn jeugdjaren. Tegen het einde van de middelbare schooltijd maakte hij via de oorlog en de kerkstrijd kennis met de ernst van het leven. Hij kwam in een Duits werkkamp terecht, maar wist daaruit te ontsnappen. Toen de kerk in 1944 scheurde koos hij zelfstandig voor de Vrijmaking en nam met overtuiging deel aan de strijd. In 1945 besloot hij theologie te studeren aan de vrijgemaakte Theologische Hogeschool te Kampen. Hij keek er zijn ogen uit en genoot met volle teugen van het studentenleven. Hij leerde er de dochter van K. Schilder kennen met wie hij in het huwelijk trad.
