Aan de heerlijke jeugd in de Amsterdamse Jodenbuurt komt voor Joop Meijer (1934) met de Duitse bezetting een einde. Met broertje Ries wordt hij tijdens een razzia opgepakt en op de trein gezet naar Westerbork. Hun wonderbaarlijke ontsnapping uit de trein is het begin van een tocht langs allerlei onderduikadressen wat door Joop met humor en rake typeringen wordt beschreven. Het langst woont hij bij een pleeggezin in Utrecht. Opmerkelijk is, dat Joop tijdens zijn onderduik niet verstopt was, maar meestal op straat speelde en ook met Duitse militairen contact had. Hij noemt het zelf een van de mooiste periodes uit zijn leven. Na de bevrijding komt Joop erachter dat er weinig leden van zijn familie zijn overgebleven. In de jaren ‘90 begint hij zijn herinneringen aan de oorlog op papier te zetten en in 2002 lukt het hem zijn verhaal af te ronden. Joop is in juni 2014 overleden. Zijn verhaal is voor publicatie bewerkt door schrijfster en historica Conny Leijten.