In deze memoires haalt Ernest Claes zijn springlevende herinneringen op aan het Leuvense studentenleven. Aan het geldgebrek, de militaire dril en de gebeten studie van de beginjaren. Aan de glorietijd daarna aan: professoren en studiegenoten, studentencafés en het Germanistenkot, literaire activiteit en Vlaamse gedrevenheid, vrijheid en vriendschap. Een eerlijk portret van een besloten universiteitsmilieu. Een getuigenis van groot menselijk en cultureel belang.