Steeds weer klinken er explosies. Bij elke knal voelt Lars de grond onder zich trillen en om hem heen vallen brokken puin en stukken glas neer. Er lijkt geen eind aan te komen. Steeds opnieuw golven de rijen toestellen aan met hun dodelijke lading. Het is oorlog en Lars en zijn zusje Olga kunnen niet naar huis terug. Oom Folke weet hen te redden. Zij mogen bij hem wonen in zijn woning bij de Noordzee. Daar trekt Lars veel op met zijn neef Wolf. Wolf neemt hem mee naar de Stormbrigade, een groep jongens die willen meevechten met de Duitsers. Lars vindt het leuk om met hen te zingen, speerwerpen en worstelen. Maar Wolf is niet tevreden. Hij zet Lars steeds verder onder druk en wil dat hij zich opgeeft voor de Duitse geheime dienst. Dat wordt Lars teveel. Hij vlucht weg en duikt onder. Maar dan beginnen de problemen pas echt...