In In het hart gezien onderzoekt John van Eck een aantal bijzondere en karakteristieke teksten van zeventiende- en achttiende-eeuwse gereformeerden op de verhouding tussen gevoel en geloof. Aan het woord komen mensen als Constantijn Huygens en stadhouder Willem Frederik, dominees als Van Lodenstein, Ridderus en de gedreven bestrijder van het bijgeloof Bekker, die ons een inkijk in hun geloofsleven of dat van hun gemeenteleden gunnen. Ook relatief onbekende dagboek- en briefschrijvers als David Beck en Dina van den Bergh komen met hun teksten voor het voetlicht. Een scheepsjournaal laat ons getuige zijn van een duiveluitdrijving aan boord van een Indië-vaarder. De teksten worden tegen hun kerkelijke en culturele achtergrond geplaatst, waardoor portretten van geleefd geloof ontstaan, die een verrassende kijk op het gevarieerde religieuze leven van de periode geven. Mogelijk werpt het boek ook licht op een actueel probleem. De vraag naar de verhouding tussen geloof en gevoel heeft de
