De stad Amsterdam regelde vanaf 1523 voor het eerst de opvang van weeskinderen. Het eerste weeshuis aan de Kalverstraat was bescheiden van aard, maar de bevolkingsgroei maakte de behoefte aan een groter pand urgent. Nadat de katholieke stadsregering in 1578 was afgezet - bekend geworden als de Alteratie - kreeg 'het Weeshuijs' de beschikking over de vrijgekomen gebouwen van het St. Luciënklooster. Na een eeuw van verbouwingen en nieuwbouw was tussen de Kalverstraat en Nieuwezijds Voorburgwal een enorm en monumentaal gebouwencomplex ontstaan ter huisvesting van de Burgerwezen. Bijna vier eeuwen lang bleef het Burgerweeshuis daar gevestigd, tot de verhuizing in 1960 naar het nieuwe gebouw van Aldo van Eyck aan het IJsbaanpad. De baanbrekende architectuur maakte in één oogopslag duidelijk dat het karakter van de kinderzorg inmiddels ingrijpend was veranderd. In het weeshuis behandelt de groei en de organisatie van het Burgerweeshuis, het alledaagse leven van de weeskinderen en het