‘Gaande mijn leven ben ik tot de ontluisterende conclusie gekomen dat ik in geen enkele traditie sta, nergens bij hoor, niet bij mijn Joodse vader, maar evenmin bij mijn niet-Joodse moeder, niet bij de digitale wereld van mijn kinderen, maar ook niet bij mijn grootouders, ooms en tantes die ik geen van allen ooit ontmoet heb.’ En zo volgt – aan de vooravond van zijn zeventigste verjaardag – een speurtocht naar zijn familiegeschiedenis, waarin L.H. Wiener volledig verstrikt raakt. Hij verdwijnt in een verleden dat hij nooit gekend heeft, maar waarmee hij hardnekkig solidair wil zijn.