Als de drieëntwintigjarige Marleen Woudstra, na haar verbroken relatie met Wierd, een wat verwaarloosd hoekhuisje koopt aan het Kastanjeplein om daarin een eigen zaakje in bloemstukjes te beginnen, wordt ze aanvankelijk enthousiast verwelkomd door haar buren. Bij het opknappen van haar winkeltje krijgt ze hulp aangeboden van sterke mannenhanden - wat niet altijd door de diverse echtgenotes wordt gewaardeerd. Maar ook haar twintigjarige buurjongen Ard heeft belangstelling voor haar en helpt mee. Spontaan als ze is, maakt ze door haar gezonde oordeel veel indruk op de andere bewoners van het plein; doordat de zaken goed gaan, ziet ze bovendien kans om een paar van hen werk te bieden in haar winkeltje. Maar dan blijkt Marleen zwanger te zijn, en ogenblikkelijk vraagt iedereen zich af: van wie is dat kind? Alle mannen die bij haar over de vloer zijn geweest, worden erop aangekeken, maar Marleen bewaart haar geheim. De buurt keert zich van haar af, zodat ze ontgoocheld bij haar moeder gaat
