Op 17 januari 2011 was het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) in Aruba tien jaar van kracht. Op enkele persberichten na is dit jubileum geruisloos voorbijgegaan. Arubaanse kinderen wonen in een maatschappij waar het IVRK niet leeft en de implementatie van de verdragsverplichtingen in de nationale rechtsorde ver achterblijft. Door medegelding van het IVRK te verzoeken heeft de Arubaanse regering zich verplicht in de ruimst mogelijke mate de fysieke gezondheid en de mentale, emotionele, cognitieve, sociale en culturele ontwikkeling van ieder kind binnen de eigen jurisdictie te waarborgen. Het is zeker niet in het belang van het kind op te groeien onder omstandigheden die een risico vormen voor (toekomstig) delinquent gedrag. Het VN Comité voor de Rechten van het Kind is dan ook van mening dat de lidstaten doelgerichte en systematische maatregelen moeten nemen om jeugdcriminaliteit te voorkomen. Hellen van der Wal maakt in Jeugdigen in Aruba: hoe worden ze (niet)