Een vriend vertelt professor Gobelijn over de bijzonder getalenteerde violiste Varazdina, die de meest wonderlijke klanken uit haar viool kan toveren. Maar Varazdina’s viool heeft elk jaar nieuwe snaren nodig, gemaakt van elandenhaar. Wanneer Gobelijn en onze vrienden op zoek gaan naar nieuwe snaren, ruikt Varazdina’s jaloerse broer zijn kans: wie de viool bezit, kan immers koning worden.