Jommeke en zijn vrienden worden door Jan Haring uitgenodigd om hem te helpen bij de opknapbeurt van zijn nieuwe boot. Na een paar weken is het schip klaar voor de vaart en wordt 'De Piraat' gedoopt. Ze besluiten om naar Amerika te varen en Madam Pepermunt op te zoeken. Kwak en Boemel zijn op een zelf gemaakt vlot ook op weg naar Amerika om daar het geluk te zoeken. Na een storm worden ze opgepikt door de bemanning van 'De Piraat'. Eenmaal in Amerika gaat ieder zijn weg. Jommeke en zijn vrienden vergezellen samen met Madam Pepermunt een lading goud, die naar de stad gebracht moet worden. Wat blijkt nu, Kwak en Boemel zijn bankiers geworden. Het goud van Madam Pepermunt wordt in hun kluis gelegd. Maar de heren hun zaken lopen niet zo goed en ze besluiten valse dollars te drukken. Dit loopt echter fout en ze smeden een nieuw plan. Ze vervangen het goud van Madam Pepermunt door beschilderde loden blokken. Terug thuis verneemt Jommeke dat Madam Pepermunt in de gevangenis is beland.