Een eigenwijze Amsterdamse stadsmens verblijft met vrouw en kinderen in zijn vakantiehuis in Zweden.Op een zondagmiddag vertrekt hij vlak voor het eten, om nog even een uurtje te gaan vissen. Hij neemt afscheid van zijn vrouw en vertrekt. Maar in plaats van naar zijn bekende stek te gaan, slaat hij de andere kant op en rijdt diep het onbekende bos in. Het wordt pas een hachelijk avontuur wanneer zijn auto te water raakt en hij vast komt te zitten in de wildernis. Als stadsmens is hij volslagen ontheemd in de natuur en moet zien te overleven. Na verschillende stommiteiten en komische valpartijen, staat hij plots oog in oog met een beer. Op het moment dat de beer hem aanvalt, komt uit het niets een vreemd wezen dat hem redt. Hetzelfde overkomt hem nogmaals met een roedel wolven. Op zoek naar zijn mysterieuze redder komt hij Jonas tegen. Langzaam krijgen beiden vertrouwen in elkaar en ontstaat er een vriendschap. Jonas wijdt hem in over de duistere mysteriën van de wildernis. Na een
