Loop door de Amsterdamse Rivierenbuurt, de Groningse binnenstad, de dorpskern van Meppel, de straten van Hengelo. De huizen in die buurt, die binnenstad, die dorpskern, die straten, zien er nog net zo uit als zeventig jaar geleden. Alleen de bewoners zijn veranderd. Natuurlijk, zo gaat dat met huizen. De een gaat, de ander komt. Zo ging dat ook met die huizen in Amsterdam, Groningen, Meppel, Hengelo en talloze andere steden en dorpen in Nederland in de loop van de Tweede Wereldoorlog. Die huizen, zo'n zesendertigduizend, werden door honderddertigduizend bewoners verlaten. Van hen keerden honderdvierduizend - vaders, moeders, kinderen, grootouders, kleinkinderen - niet naar huis terug. Ze werden vermoord. Omdat het Joden waren. Door die huizen te benoemen komt de Shoah opeens angstwekkend dichtbij. Abstracte geschiedenis van lang geleden en ver weg wordt een concreet verhaal. De Stichting Joodse Huizen wil alle verhalen van ruim 36.000 Joodse huizen in Nederland verzamelen en zichtbaar