Kabouter Korsakov en meneer Wattman, de glimworm, wonen in het fijne kabouterbos. Tot Dolf de foute das, Korsakov aanwijst als dief van de magische verdwijnpaddenstoelen. Hij beslist om zijn geliefde bos te verlaten. Maar is hij wel de dief? Waarom vliegt de ekster rond met een rode zak in haar bek? En die huizen op wielen, waar rijden die naartoe?