Gino verhuist op zijn elfde jaar van Amsterdam naar Italie. Op school blijft hij een vreemdeling en de geschiedenis van Italie interesseert hem niet. Zijn vader heeft het altijd druk en zijn moeder loopt ook vaak te rennen en te draven. De bende van Andre Ariotti maakt de buurt onveilig en Gino's beste vriend Leonardo blijkt niet te vertrouwen. Gino wordt steeds eenzamer, niemand luistert naar hem. Op een dag steelt hij het spaargeld van zijn moeder en koopt hij een vliegticket naar Amsterdam. Daar wil hij wonen en naar school. Zijn zusje Camilla zal later ook overkomen. Bij zijn grootouders mag hij even blijven logeren, maar voor de kerst moet hij terug naar huis. Gino wil niet! In zijn wanhoop besluit hij het vliegtuig te kapen. Binnen een paar uur wordt Gino voorpaginanieuws...