Zelf verrast en opgetogen door de ontvangst die hen te beurt was gevallen, draaide Nellie Connally zich om. 'Meneer Kennedy, u kunt niet zeggen dat Dallas niet van u houdt', zei ze. 'Dat is wel erg duidelijk', antwoordde hij. Een luide knal deed iedereen in de karavaan en op het plein opschrikken. De duiven op het dak van het Texas School Book Depository vlogen weg. Een knalpot van een motor, of een voetzoeker, dachten de meeste mensen. Geoefende jagers herkenden het meteen: dit was geweervuur. Enkele seconden later lag president Kennedy dodelijk gewond in de armen van zijn vrouw Jackie. Dallas, vrijdag 22 november 1963, 12.30 uur plaatselijke tijd, de misdaad van de eeuw is gebeurd. Vijfendertig jaar later stellen mensen overal ter wereld nog altijd de vragen: Wie vuurde de schoten af? Was het de onaangepaste Lee Harvey Oswald, die een uur na de moord werd aangehouden? Of werd Kennedy het slachtoffer van een duister complot, beraamd door de inlichtingendiensten en de georganiseerde
