Het boek Prediker heeft op het eerste gezicht een donkere, droevige kleur. Dat merken we meteen al in het eerste hoofdstuk. Direct aan het begin lezen we het adagium van dit aparte bijbelboek: Alles is ijdelheid! Vervolgens maakt de Prediker een aantal opmerkingen waarin hij de vergeefsheid van 's mensen arbeid, van de natuur en van de geschiedenis beschrijft. Toch kun je de Prediker geen pessimist noemen. Want volgens zijn eigen zeggen is er niet alleen een tijd om te rouwklagen, maar ook een tijd om te dansen. Hij kan geweldig relativeren en toch is hij geen relativist. Allerlei zaken maakt hij steeds betrekkelijk, maar toch houdt hij fundamentele betrekkingen in het oog: de betrekking tot de wereld, tot de naaste, tot 'de vrouw die gij liefhebt' en tot God de Schepper. Je kunt de Prediker beter een realist noemen. Hij is iemand die de werkelijkheid serieus neemt, die zich in haar verdiept en speurt naar haar wijsheid en bedoeling. Ook al is dat een verdrietig makende, afmattende