Begin 20e eeuw verzamelde Rudolf Steiner mensen om zich heen met wie hij concrete maatschappelijke vernieuwingen gestalte gaf op o.a. kunstzinnige, medisch, agrarisch en pedagogisch gebied. De bron van dee culturele vernieuwing noemde hij antroposofie en hem verbindt met de wereld. Steiner wilde de mensen in een zelfstandige, vrije verhouding tot die spirituele bron brengen. Deze spirituele bron en de vernieuwende stroom horen bij elkaar. Los van de bron zou de vernieuwende stroom stollen tot onbegrepen routine. Los van de stroom zou de bron geen zin hebben. Na Steiners dood in 1925 ging de vernieuwingsbeweging verder en ook de antroposofie zelf, al kwamen zij losser van elkaar te staan en is momenteel vaak de verbinding zoek. Wie zich in de 21e eeuw laat inspireren door de antroposofie, ervaart de opgave om beide sterker met elkaar te verbinden. Daarbij kan het helpen om te zien hoe anderen met deze taak geworsteld hebben. In deze bundel wordt het leven beschreven van twaalf