‘Vele meters achter hem betraden nu, onopgemerkt door hem, een paar gewaarschuwde beveiligers het dak van het bankgebouw. Met behoedzame passen schoven ze naderbij. Waardoor wist hij niet, maar ditmaal omlaag blikkend op het verkeersriool van het Weena, onderging hij een bijna bovenaards gevoel van triomf. Als een klapwiekende arend sloeg hij zijn beide armen uit en hernam met stentorstem zijn j’accuse. ‘Hieronder vind je het uitschot van ons land!’ brulde hij. ‘Oplichters, hyena’s en plunderaars! Hel en verdoemenis voor deze ratten!’ Deze met een satirische saus besprenkelde misdaadroman van vader en dochter Romer ontmaskert reuzen uit de financiële wereld als dwergen.
