Koan-studie is een methode die in sommige zenscholen gebruikt wordt als oefenweg naar Verlichting. Een koan is geen irrationeel, onoplosbaar raadsel, maar een woord, een enkele zin of een verhaal, naar aanleiding waarvan de leerling met betrekking tot de boeddhistische leer tot 'groot inzicht' komt. Door middel van concentratie op een koan en de bestudering van het gedrag van de vroegere Chan-meesters hopen zenleraren dat ook bij hun leerlingen Verlichting plaatsvindt. Om de achtergrond van koan-studie enigszins te begrijpen, wordt in dit boek allereerst een schets gegeven van haar ontstaansgeschiedenis en haar ontwikkeling in China (vanaf 600 tot circa 1300) en daarna in Japan (vanaf 1200). Het tweede deel beschrijft de contemplatieve praktijk van koan-studie: hoe te werken met een koan? Wat wordt er van de leerling verwacht? Wat doet de leraar? Waarom is het voor zenstudenten ook nu nog de moeite waard koan-studie te beoefenen. Ook al komen 'grote ervaringen' voor, de meeste