1623. De zestienjarige Michiel de Ruyter monstert aan op een kaperschip. Hij werkt en vecht mee als een volwassen man. In de Golf van Biskaje raakt de Zeeuwse kaper slaags met een Spaans oorlogsschip. De hele bemanning wordt gevangen genomen en hun lot lijkt bezegeld. Ze zullen hun geboortegrond en familie nooit meer zien: ze gaan naar de galeien. Michiel is in het gevecht gewond geraakt, maar weet met drie maats te ontsnappen. Te voet trekken zij door Frankrijk: werkend, bedelend, rovend en stelend weten ze te overleven. Naarmate ze dichter bij huis komen, krijgen ze steeds meer tegenslagen te verwerken. Michiel en zijn makkers moeten alles op alles zetten om heelhuids in Vlissingen terug te keren.