Op 28 september 1996 schreef Isabel Marie het woord einde onderaan haar roman De Koffer. Een uur later pleegde ze zelfmoord. De vertelster in De Koffer wordt op 16 januarie 1943 in de vrouwengevangenis van Barcelona geboren. Haar ouders zijn een paar weken daarvoor gearresteerd toen ze probeerden de Pyreneeën over te vluchten. Het meisje wordt, nadat het verstoten is door de moeder, op haar derde jaar aan een bejaard echtpaar in Parijs toevertrouwd. Na haar eindexamen willen haar pleegouders haar kwijt. Ze schrijft zich in aan de universiteit en ontmoet de tandarts Henri, die dolverliefd op haar wordt en met haar trouwt. Eerst wordt er een dochter geboren, dan een zoon. Ze verveelt zich in haar saaie, burgerlijke omgeving. Op een nacht krijgt ze een snikkende vrouwenstem aan de telefoon: haar moeder van wie ze al heel lang niets meer heeft gehoord. Ze vertelt haar dat de Spaanse journalist en republikein Pedro Donga, van wie de vertelster altijd heeft gedacht dat hij haar vader was,
