Gekluisterd aan zijn bed, met een nog niet gediagnosticeerde ziekte onder de leden, denkt de Oostenrijkse musicoloog Franz Ritter terug aan zijn grote, onbereikbare liefde Sarah en hun gezamenlijke avonturen in het Midden-Oosten. In één koortsachtige, slapeloze nacht, mijmert Franz, het in Wenen woonachtige alter ego van Enard, over een leven vol reizen, levenslessen en -vragen, en de aantrekkingskracht van de Oriënt op westerlingen. In lange en toch lichtvoetige zinnen trekt een panorama voorbij van musici, onderzoekers, reizigers en auteurs uit zowel het Oosten als Westen en van alle tijden. Kompas iis Enards melancholische liefdesverklaring aan de Oriënt en leest in het tempo van het echte leven: elke bladzijde van deze labyrintische roman beschrijft anderhalve minuut. Net als Sheherazade uit Duizend-en-een-nacht probeert Franz Ritter met zijn herinneringen de dood op afstand te houden.