De koning en de koningin zijn in blijde verwachting van hun eerste kind. De koningin wil o zo graag een wit konijntje, maar de koning koestert een heel andere kinderwens: een eekhoorntje als troonopvolger. Daar komt ruzie van in het paleis¿ Een wit konijntje, lief en zacht. Tralala, met lange oren¿ Ik wil dat het nog deze nacht - vier witte pootjes! - wordt geboren. Een konijntje? Je vergist je, schat. Een eekhoorn met een rode staart! Dat hadden we toch afgesproken? Ik wil dat je een eekhoorn baart.