In de 17e eeuw deden de Rozenkruisers voor het eerst van zich spreken met hun opzienbarende Manifesten. Gedurende de eeuwen erna zouden de Klassieke Rozenkruisers talrijke opvolgers krijgen, maar zij moesten altijd vanwege de gevaren van vervolging met de grootste voorzichtigheid of in het geheim opereren. Pas in de 20e eeuw traden nieuwe Rozenkruisers stromingen in de openbaarheid. Van de drie belangrijkste neemt het Lectorium Rosicrucianum, of de School van het Gouden Rozenkruis, een eigen plaats in.Kroniek in Goud doet voor het eerst sinds het ontstaan van deze beweging openhartig verslag van heer geschiedenis en ontwikkeling. Behalve dat het boek de historie behandelt,m werpt het ook een licht op de filosofie en gnostieke leer zoals die door deze geestesschool worden uitgedragen. Ondanks de spirituele crisis van de 20e eeuw waaraan ook het Lectorium Rosicrucianum niet helemaal heeft kunnen ontkomen, heeft de school van het Gouden Rozenkruis in het na 1945 opgeleefde