Het Mauritshuis dankt zijn bekendheid vooral aan de Hollandse en Vlaamse schilderkunst uit de zeventiende eeuw. De verzameling is echter veel rijker: belangrijke vijftiende- en zestiende-eeuwse Vlaamse en Duitse schilderijen maken er eveneens deel van uit. Zo behoren Rogier van der Weydens Bewening van Christus en de protretten van Hans Holbein de Jonge tot de hoogtepunten van het Nederlands openbaar bezit aan vroege schilderkunst. De portretten maakten al deel uit van de stadhouderlijke collectie, de basis van de huidige verzameling, terwijl het schilderij van Van der Weyden in 1827 tijdens het bewind van koning Willem I voor het Mauritshuis werd verworven. Eén van de doelstellingen van het tentoonstellingsbeleid van het Mauritshuis is het onder de aandacht brengen van de diversiteit van de eigen collectie. De tentoonstelling Kunst op vleugels presenteert enkele van de oudste schilderijen uit het Mauritshuis, tezamen met enkele bruiklenen, op een manier die hun oorspronkelijke
