Ex-politieman Phineas Poe, zojuist ontslagen uit een psychiatrische inrichting, viert zijn eerste vrije avond in een bar met een Tequila Sunrise. Daar ontmoet hij de verleidelijke Jude, die hem tegen betaling in haar bed uitnodigt. De volgende ochtend ontwaakt Phineas in een badkuip met ijs en een vochtig briefje in zijn hand: 'Bel het alarmnummer als je wilt blijven leven.' Jude is er met zijn nier vandoor. In benevelde toestand zet Poe de achtervolging in, maar wat hoopt hij eigenlijk te vinden? Een nier die naarmate de tijd voortschrijdt zijn waarde verliest? De herinnering aan zijn dode vrouw, die onder onduidelijke omstandigheden het leven heeft gelaten? Of een nieuwe vrouw, Jude, die hem heeft beroofd van een vitaal orgaan en wellicht een gevaarlijk substituut in zijn lichaam heeft achtergelaten? Poe volgt Jude naar een ijzige onderwereld en treft daar haar bondgenoot: Eve, die alles in het werk stelt om haar ongeneeslijk zieke broer Horatio van de dood te redden, desnoods door