Te middernacht van 24 op 25 november 1975 eindigde de ambtsperiode van Johan Ferrier als gouverneur van Suriname, toen nog deel van het Koninkrijk der Nederlanden. De volgende ochtend werd hij beedigd als eerste president van de onafhankelijke Republiek Suriname. Daarmee belichaamt hij een continuiteit tussen kolonialisme en dekolonisatie die uniek is in de wereld. Vijf jaar later werd die continuiteit bruusk doorbroken door een staatsgreep van jonge onderofficieren. Ferrier bleef nog een half jaar president van het 'nieuwe' Suriname dat de militairen wilden scheppen en ruimde toen het veld. Hij kon zijn aanblijven niet langer rijmen met zijn democratische verantwoordelijkheid.