Rome wordt niet langer bevoorraad en crepeert van de honger. Het duurt niet lang of de bevolking geeft de nieuwe godsdienst de schuld van alle rampspoed. Langs slinkse wegen vinden geheimzinnige manuscripten met gruwelijke voorspellingen hun weg naar de bordelen van de hoofdstad. Vooral de levensbeschrijving van Heliogabalus jaagt de zwakke keizer die in Milaan regeert, grote angst aan. Omdat hij vreesde eenzelfde lot te ondergaan als deze krankzinnige Caesar, die zijn godsdienst aan het volk van Rome oplegde, laat hij de verspreiding van het opruiende schrift verbieden. In Brittanië wacht de balling Flavius vol ongeduld tot hij naar Rome mag terugkeren om zijn zoon te zoeken. Tot het zover is houdt hij zich bezig met vreemde praktijken.