Landverhuizers waren er in de negentiende eeuw in overvloed. Het nieuwe land, Amerika, lonkte. Maar een bestaan opbouwen in den vreemde vergt heel veel van de Nederlanders.In Vrijheid en brood is het 1847. Schepen vol Nederlanders vertrekken naar Amerika. Dat moet een paradijs zijn, maar blijkt bij aankomst een onbewoonbaar oord. Hoe moeten ze hier ooit een bestaan opbouwen?In deel twee van de omnibus, Huilende wildernis, proberen de emigranten er het beste van te maken. Ondanks alle inzet wordt de kolonie geteisterd door ziekte en honger. Ik worstel en ontkom, dat is de veelzeggende titel van het slotboek in deze omnibus. De langzame maar gestage groei van de kolonie staat hierin centraal. Een nieuwe generatie Amerikaanse Nederlanders groeit op.Pieter Johannes (P.J.) Risseeuw was een schrijver in hart en nieren. Geboren in het milieu van de 'kleine luyden': een eenvoudig gereformeerd gezin, geworteld in de Afscheiding van 1834, afkomstig uit Zeeland. Het gezin verhuisde later naar