Het jaar 1998 zorgde voor een aardverschuiving in de Utrechtse politiek, want Leefbaar Utrecht kwam vanuit het niets met liefst 9 zetels in de gemeenterad. Deze nieuwe partij wilde meer openheid, meer zeggenschap voor de burgers, minder macht voor de ambtenaren en een einde aan de regenteske achterkamertjespolitiek. En dat lieten de Leefbaren horen ook, bij de monde van verbale kanonnen als de nieuwe raadsleden Yet van den Bergh, Walter Lenting en Henk Westbroek (Dat zegt u alleen maar omdat u volkomen incompetent bent!). Twee jaar later waren er vanwege de gemeentelijke herindeling - lees: de annexatie van Vleuten/De Meern - alweer nieuwe verkiezingen. Daarbij bleek dat de Leefbaren de onvrede van veel Utrechters verwoordden: de partij veroverde ditmaal zelfs 14 raadszetels. Vanzelfsprekend kwam Leefbaar Utrecht toen in het college met drie wethouders. Alle drie namen ze zware portefeuilles voor hun rekening, om op die manier de zelfgestelde doelen van Leefbaar na te streven. In