Als Steijn Roester van de middelbare school komt, ziet zijn toekomst er rooskleurig uit. Hij gaat bij zijn vader op de tuinderij werken en samen willen ze er iets groots van maken. Helaas is dit maar van korte duur, het overlijden van zijn vader, de ruzies met zijn broer die zijn eigen weg gaat en een zwaar noodweer, zetten zijn leven op z'n kop. Ook in de liefde is het lot hem niet gunstig gezind. De relatie met zijn jeugdvriendin, die hem uit zijn problemen helpt, loopt stuk. Jaloezie, onbegrip en wantrouwen spelen daarbij een belangrijke rol. Als zijn afgedwaalde broer bij een achtervolging om het leven komt en Steijn diens ex-vriendin ontmoet, is er weer hoop, maar dat wordt hem genadeloos afgenomen. Niets lijkt hem bespaard te blijven en hij is ten einde raad. Maar als hij haar vriendin ontmoet, probeert zij hem weer uit de put te halen. Ze bezorgt hem ander werk en haalt hem uit zijn isolement. Zo begint Steijn Roester weer voorzichtig zin in het leven te krijgen. Er ontstaat