Albert Steinberg, verbonden aan een instituut dat conflicten en oorlogen onderzoekt, werkt al jaren aan een boek over de moord op Theo van Gogh. Dan wordt hij door toedoen van zijn geheimzinnige collega Vanter plotseling geconfronteerd met zijn eigen turbulente familiegeschiedenis. In een ingenieus spel van heden en verleden wordt de lezer via Steinbergs voorouders - diamantbewerkers in de negentiende eeuw - meegesleept naar de oprichting en ondergang van de Arbeiders Vereeniging voor Lijkverbranding, en naar de firma Asscher, die in opdracht van de Engelse koning de grootste diamant ter wereld moet zien te kloven en te slijpen. Zijn zoektocht brengt Steinberg niet alleen naar de container waarin jarenlang de nalatenschap van Theo van Gogh lag opgeborgen, maar ook naar München, waar het proces plaats vindt tegen de bejaarde kampbewaker Iwan Demjanjuk, de laatste oorlogsmisdadiger uit de nazitijd die nog kan worden berecht. Terwijl Steinbergs familiedrama zich ontvouwt en de
