“Misschien kan ik er later nog wel plezier van beleven door aan mijn kinderen en misschien zelfs wel mijn kleinkinderen verhaaltjes te vertellen over deze eentonige maar toch wel in vele dingen een interessante tijd.” In februari 1943 wordt Riek, vanwege haar Nederlandse nationaliteit, geïnterneerd in een ‘Jappenkamp’ te Bandoeng in het voormalig Nederlands-Indië. Ze is dan 15 jaar. Ze besluit haar persoonlijke getuigenis op te schrijven in een dagboek. Zestig jaar later vertelt ze over die tijd en haalt ze het dagboek uit de la. ‘Doe er maar iets mee als ik er niet meer ben.’ Hansje, hartsvriendin die met Riek in de kampen heeft gezeten, vertelt hun verhaal. “... O, toekomstplannen die we maken. Denderend! (...) ‘s Avonds in bed fantaseren we van alles. Als al die luchtkastelen nu maar eens gauw werkelijkheid worden. Ik popel gewoon van verlangen het nieuwe leven te beginnen. Misschien komt het wel heel anders uit dan we denken, maar hoe dan ook, waarderen zullen we