Een man bezoekt midden in de nacht zijn vriendin, om een eind te maken aan hun verhouding. Maar zodra bij haar appartement betreedt, weet hij dat hij het niet zal zeggen. Ze praten, ze roken een joint, ze bedrijven de liefde. Zij laat zich door de roes meevoeren, bij verliest het contact met de realiteit. De tijd vertraagt, het onderscheid tussen fysieke werkelijkheid en droom eveneens. Ligt bij nog met haar in bed of is ze de kamer uit om een glas water te halen? Hij heeft dorst. De open deuren naar het balkon lijken hem onweerstaanbaar aan te trekken. In de ochtend vertrekt hij, voorgoed. Het verhaal wordt zo indringend (én amusant én angstaanjagend) verteld dat de lezer het idee krijgt er zelf in opgenomen te worden.
