Ramen gaan open, mensen rennen naar buiten, honden janken en de katten vluchten het dak op. Er is niemand die het niet hoort, als Sas....lacht. Bij Lijntje thuis kan Sas het lachen ook niet laten. Keihard klinkt het, alsof alle vogels zingen. En als Wilma en Peter, de poezen ook nog beginnen te praten, weet Lijntje echt niet meer wat ze meemaakt, maar er om lachen moet ze wel. Samen met Sas. Dan gebeurt er zoveel tegelijk, dat niemand meer begrijpt hoe dat kan. Alleen Lijntje. Maar zal haar vader aan die schaterende lach wennen, zal hij het ooit begrijpen?