Lucius woont in de grote villa van de Romeinse gouverneur op Cyprus. Zijn vader is een huismeester. In stilte is Lucius verliefd op Aurora, de dochter van de gouverneur. Zijn vriend Theobulus ook. Tussen de twee jongens ontstaat een tweestrijd; wie zal dat winnen? Op school leert Lucius alles over de Griekse en Romeinse goden. Maar op een dag ontmoet hij Paulus en Barnabas. Hij hoort hen vertellen over Jezus. Lucius raakt in verwarring en gaat twijfelen aan de verhalen die hij op school hoort. Lucius ontdekt dat Theobulus een opstand onder de kopersmeden op het eiland probeert te organiseren. Gaat hij met dit nieuws naar de gouverneur of kiest hij voor een andere oplossing?