Lucy gaat trouwen! Of toch niet? Ze heeft nog niet eens een vriend. (En eerlijk gezegd is ze tot nu toe niet bijster gelukkig in de liefde geweest.) Maar een waarzegster heeft haar de tarotkaarten gelezen en daarbij voorspeld dat Lucy nog voor de blaadjes weer van de bomen vallen naar het altaar zal lopen. Oftewel, in gewone-mensen-taal: dat ze binnen een jaar zal trouwen. Karen en Charlotte, met wie Lucy een flat deelt, gruwen van het nieuws. Gedrieën leiden ze een chaotisch leventje van afhaalvoer, te veel goedkope wijn en vriendjes over de vloer. Hoe moet dat nou als Lucy zou vertrekken? Maar Lucy stelt hen gerust. Ze heeft te veel aan haar hoofd (ruzie met haar moeder, bijvoorbeeld) om tijd te hebben voor een huwelijk. Plus, niet onbelangrijk detail: ze heeft geen vriend, laat staan een verloofde. Maar dan ontmoet ze Gus, de verleidelijke Gus. En ze vraagt zich af of dat misschien de man is die...? Of zou het Chuck zijn, die knappe Amerikaan? Of Daniel, wereldkampioen flirten? Of